DonerenNieuwsbrief
HomeActueelNieuws

Vrijheid en vakbondsvrouwen centraal op internationale vrouwendag

Stop geweld tegen vrouwen op het werk 

Lees meer

Nieuw verdrag is nog maar het begin

8 maart is het Internationale Vrouwendag. Dit jaar dat in het teken staat van vrijheid,zet CNV Internationaal vakbondsvrouwen wereldwijd centraal. Vrouwen zoals Heng Chenda uit Cambodja, Ayicha Amoussa Massadimi uit Benin en Leida Marcela uit Venezuela. “Zij zijn belangrijke voorbeelden voor al die vrouwen die werken in kledingfabrieken of op het land”, zegt CNV Internationaal voorzitter Anneke Westerlaken. “Ze zetten zich met al hun kracht in voor een sterkere positie van vrouwen. Ze laten hun stem horen, strijden tegen discriminatie en voor veiligheid en gezondheid op het werk. Het nieuwe verdrag tegen geweld op de werkvloer dat afgelopen jaar gesloten is, geeft hen een belangrijke steun in de rug”

Dankzij de in juni 2019 aangenomen ILO Conventie 190 over het tegengaan van geweld en intimidatie op de werkvloer kan de positie van vrouwen op arbeidsmarkt sterk verbeterd worden. Kán, want we zijn er nog niet. Westerlaken: “De laatste jaren is er een verontrustende terugslag met betrekking tot de inzet voor vrouwenrechten. Het is daarom aan alle partijen om vrouwenrechten op de agenda te zetten. Op alle niveaus: in wet- en regelgeving maar ook in cao’s.”Vrouwen als Heng Chenda uit Cambodja, Ayicha Amoussa Massadimi uit Benin en Leida Marcela uit Venezuela zetten de rechten van vrouwen en de aanpak van intimidatie en discriminatie op de werkvloer op de agenda.

Heng Chenda – kledingarbeider in Cambodja

Heng Chenda is lid van het bestuur van de Cambodjaanse vakbond CLC. “Vrouwen in de kledingfabrieken hebben vaak te maken met intimidatie door leidinggevenden. Ik roep de vrouwen in mijn land op om zich te ontwikkelen en moedig te zijn. Vanuit het gendercomité van CLC stimuleren we vrouwen om zich kandidaat te stellen voor leidinggevende posities.”

Het werk van Heng Chenda is niet zonder risico. De vrijheid om vakbondswerk te doen staat in Cambodja in toenemende mate onder druk.

Bekijk ook het filmpje over Heng Chenda

Ayicha Amoussa Massadimi - vroedvrouw in Benin

Ayicha is voorzitter van de nationale vrouwencommissie van vakbond COSI in Benin. In het dagelijks leven is zij vroedvrouw en ook secretaris van de vroedvrouwenvakbond. In haar werk ziet zij dagelijks de gevolgen van geweld en intimidatie tegen vrouwen. “Als vakbond hebben we een centrum voor advies en bemiddeling om onze leden bij te staan. We kregen daar zo vaak te maken met vrouwen die slachtoffer zijn van geweld op de werkvloer dat we een apart centrum gestart zijn om vrouwen juridisch bij te staan.”

Vakbond COSI zet zich in Benin onder andere met succes in voor vrouwen die werken in de productie van cashewnoten en sheabutter.

Bekijk ook de video over dit project. 

Leida Marcela - Vakbondsleider uit Venezuela

Leida Marcela is een van de leiders van de Alianza Sindical Independiente ASI, de tweede vakcentrale van Venezuela met ruim 400.000 leden. Deze onafhankelijke democratische vakbond heeft het moeilijk. Onafhankelijke vakbondsleiders worden vervolgd, bedreigd en soms zelfs gevangen gezet. Leida is haar leven niet zeker in Venezuela. Juist deze week kreeg zij echter heel goed nieuws. Vakbond ASI is eindelijk officieel erkend! Mede dankzij internationale druk.

Voorbeeldrol

“Er is nog steeds een grote achterstand, maar het gaat wel de goede kant op. Steeds meer vrouwen nemen ook binnen de vakbeweging een leidende positie in.” aldus Anneke Westerlaken. “Hun voorbeeld heeft effect. Dat is enorm belangrijk.”

In 2019 is het internationaal verdrag tegen geweld op de werkvloer aangenomen door overheden, werkgevers en werknemers in de Internationale Arbeidsorganisatie ILO.  Elke werknemer, vrouw of man, heeft met deze internationale conventie recht op een werkomgeving zonder geweld en intimidatie. Waar je ook werkt: tijdelijk of vast, in de formele of informele economie, in de stad of op het land.

Verloren productiviteit

De onthullingen van #MeToo maakten duidelijk dat de problematiek van gendergelijkheid, genderdiscriminatie en geweld overal en op alle niveaus speelt. Het kost bedrijven dan ook miljarden door verloren productiviteit, reputatieschade en rechtszaken. Schattingen van de Europese Unie stellen de kosten van seksuele intimidatie alleen al op 26 miljard euro.

Westerlaken: “Bedrijven wereldwijd realiseren zich dat onvoldoende. Het is goed voor hun bedrijfsresultaat om te zorgen voor een veilige werkomgeving. En voor een omgeving waarin de kwaliteiten van alle werknemers benut worden, dus waar ook vrouwen gewoon de kans krijgen om door te groeien.”

“Hier hebben we vanuit CNV Internationaal jarenlang voor gestreden. Toch is dit verdrag  nog maar het begin,” benadrukt Westerlaken. “Alle landen en bedrijven moeten dit nu gaan opnemen in hun eigen wet- en regelgeving.

Meer over dit onderwerp

25 jaar na Beijing

Publicatiedatum 06 03 2020