Sinds begin 2020 is Anneke Westerlaken voorzitter van CNV Internationaal. Een kennismakingsgesprek over haar ervaring buiten en binnen het CNV, die zij nu ook inzet voor het internationale werk.
“Ik ben een stapelaar,” steekt Anneke Westerlaken van wal. “Ik ben begonnen op het MBO met de opleiding sociaal juridisch medewerker. Eigenlijk wilde ik pro-deo advocaat worden. Maar de mensenkant lag me meer, dus ben ik daarna HBO-maatschappelijk werk gaan doen.
Werk voor kwetsbare jongeren
In mijn werk als maatschappelijk werker zag ik hoe belangrijk het is om werk te hebben. Mensen met een verleden van psychiatrische problemen of drugsverslaving, kregen, zodra zij werk hadden, hun leven veel sneller op de rit.
Al op het MBO werd ik lid van CNV Jongeren. Later werd ik daar ook actief in de bestuurscommissie. Ik werkte inmiddels met jongeren die begeleid op kamers woonden. Vanuit dat werk wilde ik binnen CNV Jongeren de stem van kwetsbare jongeren laten horen. Vervolgens heb ik 5 jaar gewerkt bij CNV Jongeren, waarvan de laatste twee jaar als directeur. Regelmatig organiseerden we internationale uitwisselingsactiviteiten, om vakbondsjongeren uit onder andere Cambodja te laten zien hoe we het hier aanpakken.
Stapelen
Van CNV Jongeren stapte ik over naar CEDRIS, de brancheorganisatie voor de sociale werkvoorziening. Ook daar stond werkgelegenheid voor mensen die moeilijk aan werk kunnen komen weer centraal. Intussen bleef ik verdergaan met het stapelen van opleidingen door een master bestuurskunde af te ronden. Daarna ben ik aan het werk gegaan bij de pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM. Ook die wereld kom ik nu vanuit het CNV weer tegen. Mijn oud collega’s van de afdeling verantwoord beleggen van PGGM zijn immers betrokken bij het pensioenconvenant dat ook is afgesloten door het CNV. In 2018 ben ik gaan werken voor CNV Connectief waar ik nu voorzitter van CNV Zorg en Welzijn ben.
Logisch
Het internationale werk is voor mij niet meer dan logisch. Als kind had dat al een gezicht voor mij. Dat kwam letterlijk onze huiskamer binnen. Mijn vader ging als CNV-voorzitter naar Indonesië om zich in te zetten voor de vrijlating van de Indonesische vakbondsleider Pakpahan. Dat vond ik toen vooral spannend. Mijn broer smokkelde als tiener de videobanden van een reportage over zijn gevangenschap mee terug in het vliegtuig.
Dat solidariteit voor het CNV verder reikt dan de landsgrenzen, is heel waardevol. Er is zoveel fundamenteels te winnen in de levens van mensen. Daarom wil ik het voorzitterschap van CNV Internationaal heel graag op me nemen. Als CNV Internationaal hebben we een rol om ten strijde te trekken tegen uitwassen daar, maar ook hier. Geld verdienen is mooi en belangrijk, maar niet ten koste van alles. Op allerlei niveaus kunnen we als CNV invloed uitoefenen en zorgen voor verandering. Dat doen we door goede afspraken te maken via de SER, maar ook via de IMVO-convenanten of op mondiaal niveau via de ILO (International Labour Organisation, de VN organisatie voor arbeid, red.).
Grondwerk
Tegelijk is het ook zo belangrijk om juist mensen op de werkvloer bewust te maken van hun positie. Door hen het grondwerk te leren kunnen zij die positie meer claimen. Dat doen we als CNV door hen informatie te bieden die ze daarvoor nodig hebben. We maken informatie behapbaar. We brengen die dichterbij door mensen op hun rechten te wijzen. Vakbondswerk is mensen helpen om zichzelf te organiseren. Dat doen we via CNV Internationaal ook doordat CNV bestuurders vanuit verschillende CNV-onderdelen hun ervaring delen.
Leren van twee kanten
Als vakbond in Nederland zijn we soms te ver afgeraakt van de praktijk, als we niet oppassen, zijn we vaker in vergadering dan op de werkvloer. In het internationale werk raak je daar juist heel direct aan. Daar moet nog zoveel opgebouwd moet worden. Daarom kunnen we van twee kanten leren. Dat wil ik ook zichtbaar maken als voorzitter. Door de verhalen van werkenden en vakbondsmensen daar te delen. Door de kwesties die daar spelen concreet te vertalen naar hier.
De positie van vrouwen en meisjes op de werkvloer
CNV Internationaal gaat komende tijd meer inzetten op versterking van de positie van kwetsbare (jonge) vrouwen op de werkvloer en op het thema vrouwelijk leiderschap. Daar wil ik me graag voor inzetten als voorzitter. De samenleving wordt er beter van als er meer gelijkheid is tussen mannen en vrouwen.”
Publicatiedatum 17 02 2020