Vietnam en Indonesië laten zien dat het kan: samen met alle sociale partners afspraken maken over eerlijk werk in de kledingindustrie. Met steun van CNV Internationaal worden daar collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten tussen werknemers (vakbonden), werkgevers en overheid waardoor werkomstandigheden én productie verbeteren.
Goed nieuws uit Vietnam begin september, daar tekenden partijen in de kledingsector een vooruitstrevende overeenkomst, een zogenoemde multi-company cao (MC CBA). Deze MC CBA's bevatten afspraken voor werkenden in meerdere fabrieken in dezelfde sector in een regio. Met steun van CNV Internationaal zijn er in Vietnam inmiddels al drie overeenkomsten gesloten; daar profiteren nu 15 textielfabrieken en 7000 veelal vrouwelijke werknemers van.
Een win-win-win situatie, dat is wat de collectieve arbeidsovereenkomsten en bijbehorende sociale dialoog volgens CNV vakbondsbestuurder Henk van Beers opleveren. ‘Betere arbeidsomstandigheden via de vakbond voor de werknemers, hogere productiviteit voor de werkgevers en meer economische stabiliteit voor de overheid’, aldus Van Beers die als vakbondstrainer zelf actief betrokken is bij de totstandkoming van de overeenkomsten in Indonesië en Vietnam.
Zo is in de nieuwste MC CBA in Vietnam afgesproken dat werknemers kunnen rekenen op betere gezondheidszorg, een 13e maand en een sterkere overlegstructuur waardoor vakbond en werkgever gezamenlijk conflicten kunnen oplossen. Yen Nguyen, die in Vietnam de MC CBA’s namens CNV Internationaal begeleidt is enthousiast over dit resultaat: ‘Door met elkaar in gesprek te gaan en van elkaars kennis en kunde gebruik te maken ontstaat er een continu proces van sociale dialoog tussen de partners.’
Overleg, juist nu!
Hoe belangrijk overleg en continuïteit in de textielketen zijn, maakt de huidige crisis nog eens scherp duidelijk. Door Covid-19 hebben meer dan 1 miljoen van de 4,3 miljoen werknemers in Vietnams’ kleding- en schoenenindustrie hun baan verloren. In veel productielanden werken textielwerkers momenteel op slechts 50 - 60% van hun capaciteit waardoor inkomens aanzienlijk zijn gedaald. Ondertussen worstelen producenten in Azië met gecancelde bestellingen en moeten kledingmerken in Europa hun best doen om het hoofd boven water te houden.
De huidige situatie biedt volgens Van Beers daarom ook een uniek moment om, zoals hij het noemt, ‘de textiel-cirkel te doorbreken’. Kledingbedrijven zouden niet langer ‘als sprinkhanen’ over de wereld moeten hoppen op zoek naar de goedkoopste productieomstandigheden: ‘maar juist moeten investeren in goede afspraken en omstandigheden voor de werknemers op de huidige productieplekken.’
In Indonesië, waar de eerste MC CBA al in 2015 werd gesloten, blijkt dat investeren in sociale dialoog veel oplevert. Werkgevers en werknemers zijn beter gaan samenwerken ziet Van Beers en problemen worden besproken: ‘Ook tijdens Covid-19! En dat heeft negatieve impact kunnen beperken; samen is er besproken hoe de gevolgen van geannuleerde textielorders het beste opgelost konden worden .’
Ook de sociale partners in Indonesië zijn enthousiast over de overeenkomsten. Bij gebrek aan goede arbeidswetgeving zorgen de MC CBA’s voor een beter besef van rechten en plichten voor alle partijen. ‘Wij zijn allemaal gebaat bij duidelijke regels’, zegt Agus Saefudin van partner van CNV Internationaal vakbond KSBSI-GARTEKS. ‘Door afspraken te maken komen we tot harmonieuze, rechtvaardige, evenwichtige en veilige werkrelaties die conflicten tot een minimum beperken. Zo kunnen we samen het welzijn en de productiviteit van de werknemers verhogen.’
Afspraken goed voor handel
Binnen de MC CBAs werken meerdere werkgevers samen waardoor de zakelijke concurrentie tussen de textielbedrijven in een regio afneemt. Er kunnen gezamenlijke loonafspraken worden gemaakt, passend bij het leefbaar loon, wat maakt dat werknemers minder geneigd zijn om van werkgever te switchen. Ook zien de werkgevers in Indonesië dat met de afspraken de kans op conflict en stakingen afneemt. ‘Deze voordelen maken de MC CBA’s heel belangrijk voor de handelspositie van Indonesië’, zegt Arini Wilar van werkgeversvereniging APINDO op Java.
‘Door afspraken te maken komen we tot rechtvaardige, evenwichtige en veilige werkrelaties die conflicten tot een minimum beperken. Zo kunnen we samen het welzijn en de productiviteit van de werknemers verhogen.’
Door de continuïteit is er bovendien meer ruimte om te investeren en werknemers goed op te leiden wat weer tot een betere productiekwaliteit leidt. CNV Internationaal ondersteunt niet alleen bij het proces van de sociale dialoog maar helpt ook de vakbekwaamheid van de textielwerknemers te verhogen. ‘We zijn hier echt bezig met substantieel stappen zetten naar vakbondswerking’, zegt Van Beers trots.
Voor Nederlandse kledingmerken die actief zijn in textiel in Zuidoost-Azië is een MC CBA eigenlijk een soort keurmerk, legt Van Beers uit. Wanneer er een MC CBA is afgesloten weten de bedrijven dat er bij een producent vakbonden actief zijn, fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden zijn afgesproken en dat in de werknemers wordt geïnvesteerd. ‘Bedrijven kunnen er nu dus voor kiezen om sociaal te sourcen.’
Kledingbedrijven, sluit je aan
Hoe meer kledingbedrijven de keuze maken om sociaal in te kopen, hoe meer er kan verbeteren, benadrukken de sociale partners in Azië op hun beurt. Een eerlijk loon en realistische werkuren staan bovenaan het wenslijstje van de werknemers, maar er is meer; op het gebied van veiligheid en gezondheid op de werkvloer kan nog een hoop worden verbeterd. En daar zijn de kledingmerken bij nodig.
Voor Yen Nguyen, de consultant voor CNV Internationaal in Vietnam, vormen de multi-company cao’s de stap naar een eerlijke kledingsector: ‘Niet alleen prijs, kwaliteit en snelheid, maar betere arbeidsrechten als nieuw sourcing-criterium, dat is de enige manier om stappen te zetten voor de miljoenen vrouwelijke werknemers in deze industrie.’
Publicatiedatum 09 11 2020