Vakbonden Indonesië uiten zorgen over werknemers palmolie-industrie

JAPBUSI, een collectief van tien palmolievakbonden in Indonesië, vraagt de overheid zo snel mogelijk in gesprek te gaan over het huidige exportverbod op palmolie. De vakbonden maken zich grote zorgen over de koopkracht en werkgelegenheid van werknemers in de sector. JAPBUSI wil graag een duurzame sociale dialoog met de overheid en werkgevers, zo schrijft ze in haar brief die ze vandaag, op de Dag van de Arbeid, stuurt. Partnervakbond Hukatan maakt deel uit van JAPBUSI.

De Indonesische overheid heeft per 28 april een verbod op export van palmolie afgekondigd. Dit om de binnenlandse prijs van palmolie te verlagen; de prijs van het product in een jaar tijd met 50% gestegen. Veel Indonesiërs kunnen daarom geen kookolie meer aanschaffen en ook andere voedingsmiddelen stijgen in prijs. 

JAPBUSI staat volledig achter het initiatief van de overheid om de binnenlandse prijs voor palmolie te verlagen, maar voelt zich overvallen door de manier waarop. Ook is onduidelijk voor hoe lang de maatregelen gelden. Dit betekent veel onzekerheid voor de palmolieproducenten en daarmee ook onzekerheid over de werkgelegenheid van met name de dagloners op plantages. Als het verbod lang aanhoudt, kan het ook gevolgen hebben voor de economie in het land. 

Indonesië is de grootste palmolieproducent ter wereld. Er werken ongeveer 16 miljoen mensen in de sector, een groot deel van hen werkt op plantages. 64% van de palmolie is voor export, 36% is voor gebruik in Indonesië; zowel voor koken als voor biobrandstof. Het werk op de plantages is zwaar en verdient vaak weinig. Er werken veel dagloners. De vakbonden proberen al jaren om deze omstandigheden te verbeteren en zijn hierin al deels geslaagd. Toch vindt JAPBUSI het belangrijk dat er meer werk wordt gemaakt van een structurele dialoog, waarbij werknemers en werkgevers en overheid met elkaar in gesprek blijven over werknemersrechten. Ook pleiten ze voor beter toezicht vanuit de overheid op naleving van de gemaakte afspraken.