DonerenNieuwsbrief
HomeActueelNieuws

Europees Parlement neemt het sterkste standpunt tot nu toe aan over due diligence op het gebied van duurzaamheid van bedrijven

Initiatief voor duurzame textiel: Together for Change (STITCH) juicht het ambitieuze standpunt van het Europees Parlement toe over de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDD), die op 1 juni 2023 in stemming wordt gebracht. Op basis van onze gezamenlijke ervaring met het creëren van betere arbeidsomstandigheden in de sterk gefragmenteerde kleding- en textielindustrie zien we hoe dit standpunt, als het wordt aangenomen, een positief effect zou hebben op werknemers in wereldwijde waardeketens. Het biedt een solide basis voor onderhandelingen tussen de wetgevende EU-instellingen tijdens de komende trialoog. Toch heeft STITCH aanbevelingen om de uiteindelijke richtlijn nog effectiever te maken.

Samen voor verandering 

De internationaal erkende UN Guiding Principles (UNGP) en de OESO-richtlijnen bepalen dat alle bedrijven bij het zakendoen zorgvuldigheid moeten betrachten op het gebied van mensenrechten en milieu. Deze normen bieden uitgebreide en praktische richtlijnen die de onmisbare ruggengraat vormen van de slimme mix van maatregelen voor verantwoord ondernemen wereldwijd. Door bijna 100% van het JURI-compromis voor de richtlijn voor duurzame ontwikkeling goed te keuren, sluit het standpunt van het Europees Parlement, vergeleken met dat van de Commissie of de Raad, het nauwst aan bij de richtsnoeren van de VNGP en de OESO.

Dankzij onze jarenlange ervaring met het implementeren van sociale normen in de kleding- en textielindustrie - door samen te werken met merken, vakbonden en vakbondsfederaties, lokale en internationale ngo's, fabrikanten en hun verenigingen, en vele anderen - juichen we met name de volgende elementen toe, omdat ze van vitaal belang zijn voor effectieve due diligence op het gebied van mensenrechten.

Het Europees Parlement heeft gestemd voor een risico gebaseerde aanpak, met een expliciete opsomming van de scoping (afbakening), beoordeling en prioritering van risico's, het opleggen van passende maatregelen en het aandringen op een verantwoordelijke exit. Actie ondernemen op de meest in het oog springende risico's is de meest effectieve en efficiënte methode voor bedrijven om negatieve effecten op mensenrechten te voorkomen, te beëindigen of te beperken.

Met een uitgebreid artikel over de betrokkenheid van belanghebbenden en de expliciete bescherming van kwetsbare groepen en klokkenluiders, erkent het Europees Parlement de cruciale rol van belanghebbenden in het HREDD-proces, zoals het leveren van hun onschatbare input voor de risico scoping van bedrijven en het identificeren van de meest geschikte remedie voor slachtoffers van mensenrechtenschendingen. Het standpunt vereist dat bedrijven actief en voortdurend in gesprek gaan met (mogelijk) getroffen belanghebbenden en hun legitieme vertegenwoordigers, zoals vakbonden en maatschappelijke organisaties, of natuurlijke of rechtspersonen die opkomen voor mensenrechten of het milieu, actoren waarvan we weten dat ze van vitaal belang zijn voor het creëren van een effectieve sociale dialoog.

De definitie van 'nadelige gevolgen voor de mensenrechten' is dezelfde als in de UNGP's en voorziet in een systeem voor vroegtijdige waarschuwing en toegang tot rechtsmiddelen door middel van kennisgeving en buitengerechtelijke klachtenmechanismen wanneer dergelijke nadelige gevolgen zich (dreigen voor te) doen. Verder worden specifieke bepalingen genoemd voor belanghebbenden die waarschijnlijk het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen in de waardeketen van een bedrijf, zoals vrouwen en migrerende werknemers, en in sommige gevallen wordt de toegang zelfs uitgebreid tot gemeenschappen en legitieme vertegenwoordigers van potentiële slachtoffers.

Het terugbrengen van het aantal regels en richtlijnen tot één centrale set van gezamenlijke richtlijnen bij deze wetgeving is essentieel om duidelijkheid en zekerheid te bieden aan alle bedrijven die zich bezighouden met HREDD.

Hoewel we blij zijn met de internationale normen en processen die al zijn opgenomen in het standpunt van het Europees Parlement, weten we dat met enkele verbeteringen de impact van deze baanbrekende wetgeving nog groter zou kunnen zijn. Wij raden het volgende aan:

Het toepassingsgebied uitbreiden met meer bedrijven in specifieke sectoren

Een toepassingsgebied dat alle bedrijven met meer dan 250 werknemers omvat en bepalingen voor duidelijke, gedetailleerde richtlijnen door de Commissie en industrie-experts voor risicosectoren zijn belangrijke stappen in de richting van verbeteringen. De textielindustrie heeft echter ernstige gevolgen voor mens en milieu. De sterke fragmentatie ervan vraagt om een aanzienlijk breder toepassingsgebied voor bedrijven die hun due diligence uitvoeren - evenredig aan hun omvang en situatie. De uiteindelijke richtlijn moet de essentiële rol van kleine en middelgrote ondernemingen erkennen bij het opbouwen van de noodzakelijke hefboomwerking om zinvolle langetermijnveranderingen te bevorderen.

De inkooppraktijken van een bedrijf explicieter opnemen in de kernartikelen over beleid, risicobeoordeling en passende maatregelen

Oneerlijke handels- en inkooppraktijken liggen aan de basis van lage lonen en buitensporig veel overwerk en kunnen leiden tot intimidatie en zelfs geweld op de werkvloer. Door verantwoordelijke inkooppraktijken te implementeren, zorgen inkoopbedrijven voor de omgeving die toeleveringspartners nodig hebben om hun steentje bij te dragen aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden.

Uitwerking van toegang tot rechtsmiddelen

Werknemers wier rechten zijn geschonden, moeten binnen een redelijke termijn een passende genoegdoening krijgen. Dit moet een klachtenmechanisme omvatten dat bemiddeling en meer informele oplossingen mogelijk maakt. Daadwerkelijke schade moet worden aangepakt door middel van wettelijke aansprakelijkheid, een regeling die los moet staan van due diligence-inspanningen, aangezien zelfs de beste inspanningen niet altijd schade kunnen voorkomen. Om hun zaak te bepleiten, moeten partijen toegang hebben tot de relevante informatie, inclusief documenten van merken of autoriteiten. Er moet een eerlijke verdeling van de bewijslast zijn, waarbij wanneer een slachtoffer prima facie-bewijs heeft geleverd, de last verschuift naar het bedrijf in kwestie.

Met de bovenstaande suggesties hebben we er vertrouwen in dat de richtlijn het potentieel heeft om de gestelde doelen te bereiken, namelijk het verbeteren van mensenrechten en milieuomstandigheden op wereldwijde schaal en tegelijkertijd zekerheid, duidelijkheid en een gelijk speelveld voor bedrijven te bieden.  

We dringen er bij alle wetgevende EU-instellingen op aan om de sterke punten van het standpunt van het Europees Parlement te steunen en onze aanbevelingen op te volgen om de uiteindelijke richtlijn nog effectiever te maken voor mensen, de planeet en bedrijven wereldwijd.  

 

STITCH is een samenwerking gebaseerd op een gemeenschappelijke visie: een wereldwijde textiel- en kledingindustrie die bijdraagt aan een gelijkwaardige en rechtvaardige samenleving door mensenrechten te respecteren in de wereld van werk. STITCH bestaat uit 6 partners: arbeidsrechtenorganisaties CDI in Vietnam en Cividep in India, de Nederlandse vakbonden CNV Internationaal en Mondiaal FNV en twee multi-stakeholder initiatieven ETI in Engeland en het Nederlandse Fair Wear. Het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken is een strategische partner van STITCH en ondersteunt het programma financieel. 

Publicatiedatum 20 06 2023