Voedselvoorziening in gevaar
In Nederland zijn sinds het begin van de coronacrisis werkgevers, werknemers en de overheid voortdurend met elkaar in gesprek. Samen zoeken ze door middel van sociale dialoog naar oplossingen. Dat gebeurt ook in Afrika, waar al vroeg preventieve maatregelen getroffen konden worden, doordat het virus eerst in Azië en de Westerse wereld toesloeg. Veel landen gingen al ‘op slot’ voordat er slachtoffers vielen.
Daarmee kunnen echter miljoenen inwoners niet meer naar hun werk als straatverkoper, taxichauffeur of als huishoudelijke hulp. De gevolgen voor de werknemers in de informele sector, zo’n 80 procent van de bevolking, zijn desastreus. Zij hebben geen sociaal vangnet en kunnen vaak niet meer in hun levensonderhoud voorzien.
In deze extreem moeilijke tijden zoeken Afrikaanse vakbonden op verschillende manieren naar oplossingen. Eerdere trainingen op het gebied van sociale dialoog werpen nu hun vruchten af, merkt Nicole Mathot, regiocoördinator Afrika van CNV Internationaal. Aan die trainingen namen vaak meerdere vakbonden deel en sinds kort ook werkgeversorganisaties.
Het vertrouwen en de samenwerking die daarbij zijn ontstaan, komen nu goed van pas. In sommige gevallen zijn daardoor mooie samenwerkingsverbanden ontstaan om de crisis het hoofd het bieden.
Werkgevers en werknemersorganisaties werken samen in Mali en Benin
Zo hebben vakbonden en werkgeversorganisaties in Mali en in Benin gezamenlijke voorstellen ontwikkeld richting de overheid ter bestrijding van de coronacrisis. Zij bouwen daarbij voort op de recente onderhandelingstraining van afgelopen februari in Abidjan (Ivoorkust). Deze training werd verzorgd door DECP (het ontwikkelingsprogramma van de Nederlandse werkgeversorganisatie VNO/NCW), de VN-organisatie voor arbeid ILO en CNV Internationaal.
Sociale dialoog gaat digitaal
In een aantal gevallen leidt de crisis ook tot een versnelde digitalisering van organisaties. Zo investeerde CNV Internationaal in een goede internetverbinding voor de Sociaal Economische Raad in Benin – de CNDS- waar ook partnervakbond COSI lid van is. Juist nu dat zo hard nodig is, kan de CNDS via videoconferencing toch bijeenkomen.
Ook regionale tripartiete organisatie voor sociale dialoog in Franssprekend Afrika IFDS organiseerde onlangs voor het eerst een webinar met haar leden. De voorzitter van de IFDS, Innocence Ntap Ndiaye speelt een voortrekkersrol in het uitwisselen van ervaringen door het delen van de nationale coronabestrijdingsplannen en de economische noodpakketten.
Ook de vraag hoe de sociale partners gezamenlijk kunnen bijdragen aan het economische herstel na de crisis is besproken. Ervaring in onder meer Nederland (poldermodel) leert dat landen met een goed functionerende sociale dialoog zich sneller herstellen na een crisis.
Nieuw sociaal contract
Zowel de IFDS als Tunesische vakbondsorganisatie UGTT benadrukken het belang van een nieuw sociaal contract waarbij de overheid meer investeert in goed onderwijs en gezondheidszorg en verantwoordelijk is voor het scheppen van de voorwaarden voor fatsoenlijk werk.
Voedselzekerheid
Voor de miljoenen Afrikanen die in de informele sector werken betekent de lockdown dat zij niet de straat op kunnen om te werken en dus ook geen kans hebben om geld te verdienen om eten te kopen. Door de transportbeperkingen dreigen er in een aantal landen ook voedseltekorten te ontstaan. Daarnaast kunnen door de gesloten grenzen boeren hun produkten niet meer exporteren. Ook worden kleine producenten van producten zoals cashew en shea door de transportbeperkingen nu weer meer afhankelijk van tussenpersonen voor hun handel.
Vakbondspartners UNTM in Mali en UGTT in Tunesië dringen daarom, net als de African Union (organisatie van Afrikaanse staatshoofden) en de FAO (de wereldvoedsel- en landbouworganisatie van de VN) niet alleen aan op investeringen in de gezondheidszorg, maar óók op meer aandacht voor voedselzekerheid en internationale voedselketens. Afrika moet daarbij meer onderling samenwerken en zelfvoorzienend worden wat betreft voedselzekerheid.
Om te voorkomen dat voedselprijzen sterk stijgen als gevolg van transportbeperkingen en hamsteren vragen vakbonden de overheid om een prijsplafond vast te stellen en de grenzen en markten gecontroleerd te openen voor voedsel. Daarnaast denken vakbonden ook actief mee met overheid en werkgevers bij het opstellen van protocollen om de veiligheid van zorgpersoneel te garanderen en de lessen op school op een veilige manier te hervatten voor zowel leerlingen als onderwijzend personeel.
Ook de veiligheidssituatie heeft in een aantal gevallen grote invloed op de aanvoer en het produceren van voedsel. Terrorisme gedijt "goed" in tijden van lockdown.
Onder het voorwendsel van terrorismebestrijding en de pandemie worden in meerdere landen de rechten van burgers nog verder ingeperkt. Dan gaat het bijvoorbeeld om het recht om te demonstreren en de vrijheid van organisatie (vakbondsvrijheid).
Zo zitten twee van onze vakbondsleiders van de CNT in Niger (Halidou Mounkaïla en Moudy Moussa) al ruim tien weken in voorarrest vanwege hun deelname aan een vreedzame demonstratie tegen de verduistering van publieke fondsen door de overheid. Eén van de vakbondsleiders zit in een strafkamp voor zware misdadigers en terroristen ver van de hoofdstad. Corona maatregelen vertragen de rechtsgang en belemmeren familiebezoek. Naast de verzengende hitte (44 graden celsius) liggen malaria en Corona op de loer...
Onderwijs, jongeren en de publieke sector
Zowel de knelpunten op het gebied van de gezondheidszorg als de veiligheid en het onderwijs worden pijnlijk duidelijk in deze coronacrisis. Zonder schuldenverlichting kunnen veel Afrikaanse landen echter onmogelijk de noodzakelijke investeringen doen in de publieke sector.
Vakbondsorganisaties COSI in Benin, UDTS in Senegal en UGTT in Tunesië vragen naast grotere investeringen ook aandacht voor herziening van de onderwijssector. Het onderwijsaanbod moet beter aansluiten bij de behoefte op de arbeidsmarkt, met het oog op verbetering van de inzetbaarheid van jongeren.
In sub-Sahara Afrika is 60% van de bevolking jonger dan 25 jaar. Jongeren zijn oververtegenwoordigd in de informele economie en velen zitten nu zonder werk en inkomen door de lockdown.
Door de sluiting van de scholen groeit ook het risico van kinderarbeid, vooral voor meisjes en met name in de landbouw.
Daarnaast neemt wereldwijd, zo óók in Afrika, huiselijk geweld tegen meisjes en vrouwen toe tijdens de lockdown: er valt letterlijk niet aan te ontsnappen. Vakbonden in Niger (CNT) en Benin (COSI) bieden, naast een telefonisch meldpunt, nu ook steeds vaker digitale hulpverlening aan. Flexibilisering van de arbeidswetgeving en de huidige context van economische crisis en precair werk maken dat jonge vrouwen nóg afhankelijker worden van hun werkgever. De ophef in Benin rondom de recente #MeToo affaire, waarin een bekende TV presentatrice haar leidinggevende beschuldigt van seksueel grensoverschrijdend gedrag, bewijst dat bewustwording rondom dit taboe onderwerp hard nodig is. CNV Internationaal en partners lobbyen dan ook voor een snelle ratificatie van de nieuwe ILO conventie 190 tegen intimidatie en seksueel geweld op het werk.
De vakbonden in Afrika zijn meer dan ooit nodig in de sociale dialoog over de aanpak van de crisis.
Kijk ook:
Samenwerken voor betere arbeidsomstandigheden in de productie van cashew- en sheanoten in Benin (West-Afrika).
Publicatiedatum 02 06 2020