Balanceren tussen ziekte en dood door COVID-19 of door honger in Venezuela

Oproep aan minister Kaag voor humanitaire hulp

Een crisis op een crisis. Zo vat de situatie in Venezuela zich op dit moment het beste samen. Het land van president Maduro verkeerde al in diepe economische en politieke crisis en de COVID-19 uitbraak is de genadeslag voor het Zuid-Amerikaanse land. In een gezamenlijke brief aan minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking roept CNV Internationaal daarom op om noodhulp te bieden aan Venezuela.

Er dreigt een hongersnood, er is sprake van een extreem stijgende werkloosheid en de gezondheidszorg schiet zo tekort dat zelfs de meest basale zorg ontbreekt. “We balanceren tussen ziekte en dood door het COVID-19 virus of ziekte en dood door honger,” vertelt de Venezolaanse Leida Marcela León, secretaris-generaal van de onafhankelijke Venezolaanse vakcentrale ASI en partnerorganisatie van CNV Internationaal. “Meer dan de helft van de ziekenhuizen in de hoofdstad Caracas heeft geen water. Handschoenen en mondkapjes worden hergebruikt, en slechts één op de vijftien ziekenhuizen in Caracas heeft desinfectiemiddelen.”

Al vijf miljoen Venezolanen zijn de grens over gevlucht door de humanitaire ramp in het land. Ze proberen door allerlei informeel werk te voorzien in hun levensonderhoud in buurlanden als Colombia en op Curaçao en Aruba. Door de virusuitbraak en de lockdown die hierop volgde, hebben zij geen inkomsten meer, maar terugkeren naar Venezuela is ook geen optie. De grenzen zijn gesloten en de sluiproutes zijn in handen van gewapende groepen. Met name vrouwen en kinderen lopen gevaar slachtoffer te worden van uitbuiting, prostitutie en mensenhandel.

“Er is sprake van een humanitaire crisis en daar hoort humanitaire hulp bij. We vragen de Minister in deze brief om noodhulp.”

De brief is verzonden door PAX, SOS kinderdorpen, Plan International, Cordaid en NIMD en is namens CNV Internationaal ondertekend door voorzitter Anneke Westerlaken. De klap veroorzaakt door COVID-19 dreigt de situatie in de regio verder te destabiliseren. “Als directe buur van Venezuela is het van belang dat Nederland een actieve speler is, om een nog grotere humanitaire ramp te voorkomen.” Werknemers in Venezuela verdienen 400.000 bolivares per maand, dat is volgens de officiële koers 2 euro per maand en bij lange na niet genoeg om een gezin van eten te voorzien.

Meer dan ooit is nu internationale hulp nodig aan Venezuela. Westerlaken roept de Minister op om met urgentie naar de Venezolaanse situatie te kijken. Ze licht toe: “Er is sprake van een humanitaire crisis en daar hoort humanitaire hulp bij. We vragen de Minister in deze brief om noodhulp.”

^{Anneke Westerlaken belt met collega-vakbondsleider inVenezuela. Het COVID-19 virus slaat zijn tentakels overal ter wereld uit en zorgt ervoor dat miljoenen mensen hun baan kwijtraken, inkomsten verliezen of in onveilige werksituaties zitten.}