DonerenNieuwsbrief
HomeThema'sResultaatgebied

Hulp en handel projecten

Partners in ontwikkeling

Nederland is internationaal een voorloper in het combineren van handel met ontwikkeling. Dat is ook niet zo gek, we hebben in Nederland een lange traditie van constructief overleg waarbij werkgevers en werknemers afspraken met elkaar maken. Dat levert vaak win-win situaties op en dat betaalt zich ook internationaal uit. Samen met Nederlandse ambassades werken CNV Internationaal en Mondiaal FNV aan hulp en handel in het kader van het combinatielandenbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit programma nadert dit jaar zijn afsluiting en daarom informeren wij u graag over het belang van dit programma.

 


In dit programma organiseren we sociale dialoog met bedrijven, de overheid en werkenden in productielanden in verschillende waardeketens. Beide organisaties werken al tientallen jaren met vakbonden in productielanden aan verbetering van werk en inkomen. De vertrouwensrelatie die hiermee is opgebouwd is belangrijk om tot resultaten te komen in landen waar vaak geen ruimte is voor sociale dialoog. 

Vakbonden spelen een essentiële rol om te zorgen dat handel bijdraagt aan ontwikkeling. Dankzij vakbonden worden er langdurig leefbare lonen betaald, en wordt werk geformaliseerd zodat er op basis van arbeidscontracten wordt gewerkt. 

Dit is van belang voor Europese rapportageverplichtingen. Fundamenteler nog, draagt de ontwikkeling van eerlijk werk bij aan economische ontwikkeling. Niet voor niets bestaat SDG8 uit het bevorderen van eerlijk werk en inclusieve economische groei. 

 

Het hulp- en handelprogramma

Voorbeelden uit Azië en Afrika
 

 

Veilig naar het werk dankzij shuttle bussen van het bedrijf

Indonesië 

Cao-afspraken in nikkelbedrijven dragen bij aan de due diligence van Nederlandse bedrijven

 

Indonesië bezit een van 's werelds grootste nikkelreserves en produceert bijna de helft van dit onmisbare metaal voor de energietransitie. In een poging om de eigen economie te versterken, verbood Indonesië de uitvoer van ruwe nikkel. Daardoor ontstond op Sulawesi in extreem tempo een enorme nikkelverwerkende industrie. De werk- en leefomstandigheden zijn helaas erbarmelijk. Bij een tragische brand in een van de nikkelsmelterijen op Sulawesi in december 2023, vielen 21 doden en tientallen gewonden. Lokale vakbonden kwamen met een pakket eisen richting bedrijven om de veiligheid en de arbeidsomstandigheden te verbeteren. 

Met hulp van CNV Internationaal zijn concrete voorstellen uitgewerkt voor betere persoonlijke beschermingsmiddelen en realistischer productietargets. De vakbonden nemen deze voorstellen om de risico’s terug te brengen mee in de cao-onderhandelingen. Het vastleggen van afspraken in cao’s draagt bij aan de due diligence van Europese bedrijven. Verbeteringen zijn daardoor concreet vastgelegd en de naleving kan beter gecontroleerd worden. 

Overleg tussen vakbonden en bedrijven leidde inmiddels tot de eerste verbeteringen. Zo rijden er nu shuttle-bussen, waardoor mensen veilig op hun werk kunnen komen. Voorheen moesten werknemers - ook zwangere vrouwen - 3,5 km lopen langs een heel gevaarlijke weg. Bedrijven zien de waarde van dit vakbondswerk en sommigen voorzien daarom ook in kantoorruimte en financiële ondersteuning om vakbondswerk op hun terrein mogelijk te maken.

 

 

Vakbonden onderhandelen over leefbare lonen

Bangladesh

Nederlandse bedrijven kunnen voortgang volgen dankzij betere data

In Bangladesh hebben partnervakbonden van Mondiaal FNV, dankzij dit hulp- en handelprogramma, goed kunnen onderhandelen met de overheid over leefbare lonen in de leer- en textielsector. Door ondersteuning van Mondiaal FNV bij de organisatie en capaciteitsopbouw van vakbonden, is er uiteindelijk een hoger minimumloon voor de sector onderhandeld. Deze ontwikkeling biedt hoop en maakt het belang van de betrokkenheid van vakbonden duidelijk.

Vakbonden blijven ook technologisch innoveren. Verbetering van data-tools maakt de ontwikkelingen transparanter. Deze data helpt bij het voeren van een sociale dialoog tussen vakbonden en bedrijven. En ook belangrijk voor Nederland, is dat door deze data de voortgang goed te volgen is aan het eind van de handelsketen bij Nederlandse bedrijven. Dankzij de fondsen van het programma zijn er eerste stappen gezet naar het verbeteren van kennis en middelen voor technologische innovatie op vakbondsniveau. 

 

 

Vakbonden dragen bij aan nieuwe banen en meer zekerheid voor jongeren in de tuinbouw

Senegal 

Betere werkomstandigheden en formalisering in de tuinbouw dragen bij aan economische groei en internationale voedselzekerheid

 

Dankzij het budget voor hulp en handel heeft CNV Internationaal onderzoek gedaan naar de werkomstandigheden in de tuinbouwsector in Senegal. (Kijk ook de video en het webinar)  Hieruit blijkt dat werkenden in deze arbeidsintensieve sector in een kwetsbare positie zitten, veroorzaakt door te lage lonen, onveilige werkomstandigheden, ongelijkheid, gebrek aan wettelijke bescherming en uitbuiting. 

Het meeste werk gebeurt informeel, zonder arbeidscontract. Dit maakt het voor werkenden - en voor vakbonden - extra moeilijk om voor hun rechten op te komen, maar ook voor bedrijven om aan te tonen dat mensen een eerlijk loon ontvangen. 

CNV Internationaal nam daarop het initiatief voor een netwerk gericht op samenwerking van vakbonden, bedrijven, lokale organisaties en overheden, om deze risico’s aan te pakken en te werken aan betere werkomstandigheden en formalisering van werk. Dit levert ook nieuwe banen en meer zekerheid op voor de jonge Senegalese bevolking

 

 

 

Dankzij vakbonden laten werknemers hun stem horen over gevaarlijke pesticiden

 

India 

Fatsoenlijk werk en OSH op de radar bij Nederlands bedrijfsleven

Mondiaal FNV werkt binnen dit programma in twee sectoren in India: tuinbouw (horticulture) en afvalbeheer (waste management). Het werk binnen het hulp- en handelprogramma heeft in het eerste jaar mooie samenwerkingen laten zien met de Nederlandse ambassade, het Nederlandse bedrijfsleven en andere relevante stakeholders.

Vakbonden zijn meer betrokken geraakt bij evenementen en handelsmissies. Het belang van thema’s als fatsoenlijk werk (decent work) en Occupational Safety and Health (OSH) is zo steeds zichtbaarder op de radar van het Nederlandse bedrijfsleven. Hierdoor zijn zij beter voorbereid op de aankomende internationale MVO-wetgeving. 

Dankzij het hulp- en handelprogramma zijn 10.000 werkers in de tuinbouwsector aangemeld bij een vakbond, waarvan 68% vrouwelijke werkers. Dit is een belangrijke mijlpaal. Werkers worden nu beter vertegenwoordigd, bijvoorbeeld in onderhandelingen met de overheid over minimumlonen. Samen kunnen zij hun stem laten horen naar zaadproducenten en bedrijven over de impact van gevaarlijke pesticiden. Jongeren en vrouwen zijn ook dankzij de activiteiten van het programma meer betrokken geraakt. 

Zo zijn 29 jongeren getraind in het afnemen van enquêtes en 50 vrouwelijke leiders getraind op het gebied van seksuele intimidatie op de werkplek, agressie tegen vrouwen en hoe een vrouwenwaakzaamheidscomité op te bouwen en te versterken. Tevens krijgt informeel werk dankzij het programma meer aandacht, wat belangrijk is voor het behalen van Ontwikkelingsdoel 8. Bij een rondetafelbijeenkomst van de Nederlandse overheid met diverse stakeholders is specifiek onderzoek naar de informele sector uitvoerig besproken. 

 

Human Rights Due Diligence en de rol van vakbonden

Onze programma’s in onder andere de metaalmijnbouw en de tuinbouw laten zien hoe hulp en handel elkaar versterken. De samenwerkingen met de Nederlandse overheid, de ambassades, het Nederlandse bedrijfsleven en lokale vakbonden dragen bij aan ontwikkeling waarvan iedereen beter wordt.

Daarnaast hebben grote Nederlandse bedrijven baat bij het betrekken van vakbonden vanwege aankomende wetgeving zoals de Corporate Sustainability Due Diligence Directive. Zij hebben immers de verplichting om goed in kaart te brengen hoe de waardeketen in elkaar steekt en welke problemen opgelost moeten worden. 

Door deel te nemen aan samenwerkingen in het hulp- en handelprogramma hebben Nederlandse bedrijven op dit gebied een voorsprong, die hen ook concurrentievoordeel geeft. Dit programma laat concreet zien hoe meerdere stakeholders hier gezamenlijk aan werken, met positieve impact in productielanden.

Het combinatielandenprogramma voor hulp en handel stopt eind 2025. Continuering is nodig om te zorgen dat de effecten van de huidige activiteiten op langere termijn aanhouden. 

Met de aankomende wetgeving is dit des te meer relevant. Dit biedt kansen voor Nederlandse ambassades, het ministerie van Buitenlandse Zaken, het (Nederlands) bedrijfsleven en vakbonden om intensiever samen te werken aan eerlijk werk en ontwikkeling. 

Contact

Neem contact met ons op om kansen voor samenwerking te verkennen:

CNV Internationaal


Elles van Ark, Managing Director
 e.vanark@cnv.nl 

+31 6 2818 8972

 

Anne Wehkamp, Strategisch beleidsadviseur
 a.wehkamp@cnv.nl 

+31 6 8359 4085

Mondiaal FNV


Karen Brouwer, Directeur
karen.brouwer@fnv.nl 

+31 6 1002 6540
 

Dimple Sokartara, Beleidsmedewerker Human Rights Due Diligence & Combi-track
dimple.sokartara@fnv.nl 

+31 6 2825 6628