DonerenNieuwsbrief
HomeActueelVerhalen

Het verhaal van mijnwerker Deivis Villegas uit Columbia

Stop geweld tegen vrouwen op het werk 

Lees meer

Dit verhaal is gebaseerd op de Spaanstalige podcast serie over inspirende vakbondsleiders uit Latijns-Amerika. De oorspronkelijke podcast werd gemaakt door Lala Ocampo. Alexander Brutsaert, journalist in opleiding en stagiair bij CNV Internationaal, maakte deze impressie. De serie Liderazgos imprescindibles werd afgelopen jaar in Colombia genomineerd voor de Premio Xilopago, een prijs voor digitale journalistiek.

Jonge arbeiders, nieuw vakbondswerk

Dit is het verhaal van Deivis Villegas (32). Hij groeide op in Maicao, een stad in Noord-Colombia. Op 12-jarige leeftijd verhuist Villegas naar Barranquilla. Daar volgt hij tot zijn achttiende een beroepsopleiding aan de Servicio Nacional de Aprendizaje (SENA). 

Een jaar nadat hij zijn diploma gehaald heeft keert hij terug naar zijn geboortestad Maicao, waar hij momenteel nog altijd woont. Deivis werkt als elektrotechnisch ingenieur bij de Cerrejón-mijn. De kolen uit deze mijn worden vooral gebruikt voor elektriciteitscentrales.

Op zijn negentiende bemachtigt Villegas een stageplek bij de mijn in Cerrejón. “Na mijn stage kon ik blijven als onderhoudstechnicus. Het werk in de mijnbouw is eenzijdig, ik moet zorgen dat er hoogspanning beschikbaar is om de mijn draaiend te houden."

De mijnen waar Villegas werkt zijn eigendom van Grupo Prodeco, een dochteronderneming van Glencore, één van de grootste multinationals ter wereld. Het bedrijf is bekend om de vele arbeidsrechtenschendingen in de mijnbouw in Latijns-Amerika.

Een ‘normale’ werkdag

Villegas: “Als ik overdag naar mijn werk ga, sta ik om 3.40 uur op. 

Om 4.10 haalt de ‘buseta’ de bus voor de mijnwerkers, mij op en rijden we naar een busstation, waar ik weer een andere bus pak. Gelukkig is dat een nieuwere bus met airco." 

(Maicao is een tropische regio, de temperaturen lopen er op van 26 graden ’s nachts, tot tegen de 40 graden overdag, red.). 

Stipt om 4.30 uur vertrekt de bus naar de mijn.

Villegas: “We komen om 5.20 uur aan in de mijn en stappen even later uit de bus, om vervolgens naar de kleedkamer te gaan. Daar zijn kluisjes en op die locatie krijgen we een maaltijdpakketje om mee te nemen. Vanuit daar vertrekken we met auto’s richting onze werkplekken. Als we daar aankomen bespreken we de plannen en taken voor de werkdag .”

Veiligheidsrisico’s

In die gesprekken komen ook veiligheidskwesties ter sprake, zoals een recent ongeval. Villegas: “Als dat klaar is nemen we ons gereedschap mee en vertrekken met een busje naar onze werkplek.” 

Een werkdag duurt ongeveer tot 17.00 uur. Het werk stopt dan, maar van een dag werken in het stof worden arbeiders behoorlijk vuil, dus allen hebben tijd nodig om te wassen en schone kleren aan te trekken. 

Villegas: “Als ik klaar ben, wacht ik op een bus richting het busstation. Daar wacht ik op de bus richting de stad. 

Rond 19.35 uur ben ik weer thuis.”

Deze extreem lange werktijden, niet alleen in Cerrejón, maar ook in andere mijnen in het noorden van Colombia, zoals La Jagua de Ibérico of Calenturitas in Cesar, gaan uiteindelijk ten koste van de gezondheid. Maar er zijn nog veel meer arbeidsomstandigheden die het werk in de mijnen schadelijk en zwaar maken.  

Dat was reden voor Villegas en vele andere mijnwerkers om lid te worden van vakbond Sintracarbón. Zo komt hij op voor betere arbeidsomstandigheden, en een fatsoenlijk leven voor zichzelf en zijn gezin.  

Dodendienst

Dan is er nog zoiets als de turno de la muerte, oftewel ‘dodendienst’. Villegas; "Vroeger draaide ik een nachtdienst. Ik kwam aan bij zonsopgang, rustte de hele dag, de volgende dag deed ik weer een dag- en een nachtdienst, en had ik mijn drie dagen rust. Nu werk ik drie opeenvolgende dagen overdag en heb ik vier keer een nachtdienst. Dit werk is letterlijk op het randje.”

Villegas maakte zelf in dertien jaar tijd nog geen ernstig ongeluk mee, maar de gevaren zijn groot . “Werken met elektriciteit brengt veiligheidsrisico’s met zich mee. Het geeft ons de taak om voorzichtig te werk te gaan. Ik merk wel dat hoe meer ervaring je hebt, hoe meer expertise dat geeft.”

Vakbondscollectief

In 2021 is er een vakbondscollectief voor een rechtvaardige energietransitie opgericht. In dit collectief bundelen vakbonden hun krachten om een platform voor dialoog te creëren. Het mijnwerkerscollectief bestaat uit de vakbonden Sintracarbón, Sintramienergética, Sintradem en Sintradrummond.  

Villegas: “We hebben vakbondsleiders nodig die goed zijn opgeleid en voorbereid, omdat zij de toekomst van de vakbonden zijn. Als er geen goed opgeleide jonge mensen zijn, wie kan dan in de toekomst de teugels in handen nemen? We hebben jongeren nodig met een andere en bredere visie op het vakbondswerk. Colombia heeft nog een lange weg te gaan. We moeten ons veel meer openstellen en in eerste instantie bepaalde persoonlijke belangen opzijzetten om ervoor te zorgen dat collectieve belangen voorrang krijgen.”  

Een aantal jongeren heeft, net als Villegas, de kans gehad om zich bij een vakbond aan te sluiten. Dat geeft hun de mogelijkheid om schendingen van arbeidsrechten in verschillende regio's van Colombia aan te pakken.  

Villegas: “De inzet van vakbonden voor arbeidsrechten gaat verder dan het eigen werk en leven van werknemers. Regeringen, multinationals én de hele Colombiaanse samenleving hebben de plicht om deze problemen aan te pakken.”

Vakbonden wereldwijd blijven opkomen voor de belangen van werkenden. Jonge vakbondsleiders zoals Denis Villegas zetten zich daarvoor in met begeleiding van CNV Internationaal. Samen vertellen we de verhalen van werkenden en maken zo zichtbaar wat er aan de hand is.  

Publicatiedatum 23 04 2023