Het begint met een paar raddraaiers
Meer dan 26 jaar werkte Gerrit Pruim voor het CNV, waarvan het grootste deel als hoofd van CNV Actie Kom Over / CNV Internationaal. Zijn vertrek in 2006 was aanleiding tot onderstaande terugblik door deze internationale vakbondsman in hart en nieren. Een terugblik op zijn werk. En op het waarom en hoe van de internationale vakbondsactiviteiten van het CNV.
Wie anders binnen het CNV weet zoveel van het ontstaan daarvan? Waarom eigenlijk houdt het CNV zich niet bij zijn (Nederlandse) leest? Waarom die betrokkenheid bij collega-vakbonden elders in de wereld?
Actiegroep Latijns-Amerika
"Van 1969 tot 1980 heb ik gewerkt als secretaris van CLAT Nederland, waarvan ik een van de oprichters ben. CLAT Nederland ontstaat eind jaren zestig als actiegroep die hier solidariteit met de vakbeweging in Latijns-Amerika wil bewerkstelligen. Daarvoor, in mijn eerste baan, ben ik projectleider geweest van de Utrechtse Raadskelder. Een jongeren- en politiek centrum onder het huidige stadhuis aan de Oude Gracht.
Bij CLAT Nederland werk ik daarna fulltime, eerst onbetaald. Mijn vrouw Marjan verdient in die tijd de kost. Later komt er financiering van de commissie Claus en kan ik betaald worden. In 1980 begint Gerrit Pruim bij de CNV Jongeren. Vanaf 1983 is hij vele jaren Secretaris van de CNV-Actie Kom Over, zoals CNV Internationaal dan heet. De laatste jaren heeft hij als Internationaal Secretaris en Bestuursadviseur gewerkt.
Het nationalisme van vakcentrales
Vakcentrales zijn er allereerst om de belangen van leden te behartigen. Heel nationalistisch dus. Het lidmaatschap van een internationale organisatie geeft het CNV een blik naar buiten.
Maar dat beperkt zich in de jaren zeventig voor het CNV tot WVA vergaderingen en ILO conferenties. In die tijd zijn er daarbuiten weinig mogelijkheden om echt contact te hebben en elkaar te spreken. Toen is het bewustwordingswerk gekomen, zoals dat dan heet. Met financiële steun van de commissie Claus. Met erg veel cursussen.
Liever inleefreizen dan cursussen
Een belangrijke factor voor internationale bewustwording is echter steeds geweest dat bestuurders van bonden op reis gaan en kennismaken met vakbonden in ontwikkelingslanden. Dat heeft veel meer zin dan allerlei bewustwordingscursussen in dure Nederlandse vormingscentra. Laat mensen kennismaken met de situatie daar. En ze veranderen als een blad aan een boom. Dat maakt meer indruk dan welk boek ook. Daarom zijn inleefreizen zo zinvol.
Scharnierpunten
Het zijn ook de bezoeken van Age IJska en later Jan Lanser, Arie Hordijk en Henk Hofstede die scharnierpunten waren voor het ontstaan van het internationale werk. Samen met de pressie van actiegroepen als CLAT Nederland, enige aandrang van Pronk en een cruciale rol van Henk Hofstede.
Projectitis
Het gevaar van het projectenwerk van CNV Internationaal is, dat het de eigen initiatieven van organisaties smoort. Je moet voorkomen dat geld van buiten verhindert dat organisaties contributie bij hun leden innen. Toen ik het daar over had met Enrique Marius, (binnen CLAT jarenlang verantwoordelijk voor projecten), gebruikte hij het woord 'projectitis'. Dat werkt zo: Een organisatie denkt: We hebben geld nodig. Dan dienen we een project in. Vervolgens krijgen we geld. Ziedaar, het probleem is opgelost. Van dat gevaar moet je je steeds bewust zijn.
De dubbeltjes van de leden
Denk maar aan hoe het CNV is opgebouwd: Mensen gaan bij andere mensen langs om contributie te vragen. Iedere maand wordt dat opgeschreven. Met die dubbeltjes en kwartjes van leden is het CNV opgebouwd. Geen internationale fondsenorganisatie in Caracas, Lomé of Manilla, die het CNV geld gaf. Dat is hier volstrekt op eigen kracht gebeurd. Pas later kwamen er subsidies bij. Dan heb je echt een organisatie van leden. Dus je weet als je die leden verliest, gaat je organisatie eraan.
Band met de leden of met de fondsenorganisatie
Het gevaar in ontwikkelingslanden is dat de band met de fondsenorganisatie sterker is dan met de eigen leden. De belangrijkste criteria voor de beoordeling van organisaties zijn voor mij steeds geweest: Wat is de band van de organisatie met de leden? Dragen leden bij aan de organisatie? Is de hulpverlening additioneel? Neemt die niet de plaats in van de leden? Zit er perspectief in die organisatie qua ledengroei? Hebben de leden wat te vertellen? Je moet voorkomen dat het organisaties worden die verdwijnen zodra de hulpverlening stopt.
Het begint met een paar raddraaiers
Het slagen van een project is voor een belangrijk deel afhankelijk van de mensen die bij een organisatie werken, is de ervaring van Gerrit Pruim. Je moet weten wat hun instelling is. Soms moet je constateren dat het na een aantal jaren forse steun toch niets wordt. Dan moet je de knoop doorhakken om te stoppen met steun. Dat is teleurstellend. Het is belangrijk om organisaties te bekijken vanuit hun ontwikkeling over een langere periode. Dat is geen kwestie van paar jaar. Over een langere periode moet je kijken of er groei en dynamiek en perspectief is. Soms zijn het een paar 'raddraaiers' die een begin maken. Als er dan na verloop van jaren een organisatie staat die echt wat voorstelt, dan is dat geweldig.
Momenten om nooit te vergeten
Er zijn natuurlijk heel veel momenten die ik nooit zal vergeten, zegt Gerrit Pruim terugblikkend. Maar wat vooral indruk op me gemaakt heeft, is een bezoek aan Chili in de tijd van dictator Pinochet. De vakbeweging heeft het daar dan geweldig moeilijk. Het CNV voert actie tegen Pinochet. Dus de vraag is of ik Chili wel binnenkom. Net op het moment dat ik gecontroleerd ga worden, komt Miss Chili binnen, die alle aandacht opeist. En ik kan zo doorlopen bij de paspoortcontroles.
Spertijd in het Chili van Pinochet
De taxichauffeur die me vervolgens ophaalt en naar mijn hotel brengt is ook vakbondsman. Zijn werk als taxichauffeur is zijn inkomen. Zijn vakbondswerk doet hij onbetaald. Na mij afgeleverd te hebben gaat de man snel naar huis. Want om elf uur gaat de spertijd in. Dus de taxichauffeur moet beslist voor die tijd thuis zijn. Om tien over elf belt zijn dochter me: Weet jij waar mijn vader is? Ik kijk in de nacht uit mijn raam, maar zie niets, geen mens, geen auto, helemaal niets. Heel bevreemdend. Na een onrustige nacht blijkt gelukkig dat de vakbondsman weliswaar te laat maar veilig aangekomen is.
Positieve rol katholieke kerk in Chili
Vervolgens heb ik een clandestiene bijeenkomst met de vakbond. Plaats van samenkomst is een zaaltje achter een katholieke kerk. Die biedt de vervolgde vakbeweging daadwerkelijk een schuilplaats. CAT, de partnerorganisatie van CNV Internationaal in Chili, is zelfs opgericht door een pater. Deze Padre Hurtado is vorig jaar heilig verklaard. Hij was een arbeiderspriester die echt opkwam voor de armen. In Chili heeft de katholieke kerk een zeer positieve rol gespeeld, benadrukt Gerrit Pruim.
Polen, Solidarnosc en de kerk
In Nederland kijkt men vaak alleen naar de conservatieve standpunten van de Rooms-katholieke kerk. Men onderschat daardoor vaak de positieve rol die de kerk in veel landen heeft gehad. Zowel in Chili als ook in Polen en heeft de kerk een cruciale rol gespeeld op vitale momenten: in de omslag van dictatuur naar democratie. In Polen is de steun van de kerk en de Paus aan Solidarnosc zeer belangrijk zijn geweest. Het heeft uiteindelijk mede geleid tot de val van de muur. Solidarnosc verenigde allerlei groepen. Het was geen homogene organisatie, maar de katalysator van het verzet tegen de dictatuur.
El Salvador en de moord op bisschop Romero
In El Salvador was de katholieke kerk als instituut veel minder progressief. Maar er was wel een actieve minderheid die voor democratie koos. De bekende bisschop Romero heeft steeds goede contacten met de vakbeweging gehad. Ik heb hem ontmoet in El Salvador. Een paar maanden later is hij vermoord.
Nicaragua en de moord op Pedro Chamorro
In de tijd van dictator Somoza ben ik ook in Nicaragua geweest. Op de rand van een vulkaankrater vertelt een vakbondsman me: Hier worden oppositieleden naar beneden gegooid. Bij een later bezoek ontmoet ik Pedro Chamorro, de leider van de democratische oppositie. Terug in Nederland rijd ik op een avond naar huis na afloop van een vergadering. Ineens klinkt op de radio het bericht dat hij vermoord is. Een schokkend bericht.
Het verzet tegen dictator Somoza komt daarna in een stroomversnelling. Dat is het begin van de Sandinistische revolutie. Uiteindelijk wordt Somoza afgezet. Door de Sandinistische guerrilla. Maar zeker niet alleen. De oppositie was veel breder. Somoza is afgezet door een combinatie van de burgerlijke oppositie, de vakbeweging en de guerrilla samen. Dit heeft me enorm geraakt, vertelt Gerit Pruim. Immers ik had Chamorro net zelf ontmoet.
Apartheid tot op het strand
Ook bezoeken aan Zuid Afrika tijdens de apartheid heeft Gerrit Pruim als zeer indrukwekkend ervaren. De apartheid was doorgevoerd tot op het strand: Een stuk is afgezet, er staan bordjes 'alleen voor blanken'. De zwarten mogen alleen aan de andere kant van het strand komen.
We slagen erin een ontmoeting af te spreken met de minister van Arbeid. Daarbij is een zwarte vormingsleider van het trainingsinstituut WEP, wat vrij uitzonderlijk was. Arie Hordijk heeft toen zeer briljant op diplomatieke wijze de minister fijntjes vlijmscherp de les gelezen over apartheid.
Firestone in Liberia
In Liberia ervaar ik voor het eerst wat corruptie is. Met iemand van de wereldvakbondsorganisatie WVA wil ik op bezoek bij een grote rubberplantage van bandenfabrikant Firestone. Daar was net een goede vakbondsorganisatie aan het ontstaan. Bij mijn terugkeer naar Nederland laat een beambte me op het vliegveld er niet door, omdat ik niet de goede papieren heb. De man dreigt me terug te sturen naar de stad.
Redelijk groen als ik dan nog ben, bied ik een klein bedrag om de papieren alsnog te kopen. De man dirigeert me naar een hokje ernaast. Hij wijst mijn voorstel verontwaardigd van de hand. Immers het geld is niet alleen voor hemzelf. Ook de vijf mensen die erbij staan moet hij op zijn beurt weer betalen. Dat ging de hele reis zo door. Voortdurend wordt je opgehouden voor onduidelijke waar je niet langs komt zonder smeergeld te betalen. Op een gegeven moment ben ik toen woedend geworden.
Later realiseerde ik me dat het een vorm van survival is, hoe ellendig ook. Immers, het loon dat men daar krijgt is bij lange na niet toereikend voor het levensonderhoud.
Wiervissen in Cambodja
Meer recent heeft het bezoek aan Cambodja veel indruk gemaakt, samen met Conny Wedda, programmamedewerker Azië van CNV Internationaal. Daar bezoeken we de Ankor paleisruines. Bij het complex zijn grote vijvers. Vrouwen halen daar het wier uit de vijvers. Niet meer dan één dollar krijgen ze voor een lange dag hard en ongezond werken. Totaal zonder rechten.
Elke keer bij terugkeer in Nederland vraag je je dan wel af waar we hier eigenlijk mee bezig zijn. Dan realiseer je je wel weer wat een voorrecht het is om in een rijk land te leven. En om een vakbeweging te hebben.
Snoepreisjes
Het beeld bestaat soms dat dergelijke bezoeken snoepreisjes zijn. Het tegendeel is waar. Om te beginnen moet je lang reizen, eerst in het vliegtuig. Maar ook in het binnenland reis je van hot naar her, vaak in rammelende auto's en busjes over slechte wegen. Vervolgens kamp je met tijdverschil. Als je jong bent gaat dat prima, maar op oudere leeftijd krijg je daar meer moeite mee. Bij aankomst is er geen tijd om uit te rusten. Je gaat direct hard aan het werk, met een vol programma met bijeenkomsten van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat.
Slakkengang
Als secretaris internationale zaken heb ik het is een voorrecht gehad twee keer een algemene VN vergadering te mogen meemaken. Zelfs een besloten zitting van de Veiligheidsraad, met alle belangrijke figuren. Efficiënt is de VN-organisatie natuurlijk absoluut niet met alle papierwerk en bureaucratie, zoals ook Kofi Annan recent zelf nog erkende. Zo'n VN-organisatie is 'een slak, die in de bocht remt'(vrij naar Wim Kan). In al die jaren verandert er te weinig.
Kanteling
Wat me recent verontrust is dat er wereldwijd een kanteling gaande is, om - opnieuw - alleen tegen rechtse dictaturen te zijn. Dat is vorig jaar pijnlijk zichtbaar geworden bij de jaarlijkse ILO vergadering in Genève. (en dit jaar weer bij Cuba, red.) Toen kwam bij de officiële werknemersvertegenwoordiging de vraag aan de orde of de officiële Chinese vakbeweging lid moest worden van de Raad van Beheer van de ILO. Leidraad voor het CNV was en is om tegen elke dictatuur te zijn. Het is onbegrijpelijk - en gelukkig uiteindelijk niet gebeurd - dat bonden van beide wereldorganisaties IVVV en WVA hebben getracht China lid te maken.
De vijand van mijn vijand is mijn vriend
Onbegrijpelijk, want de ACFTU is niets anders dan een verlengstuk van de Chinese communistische partij. Volstrekt geen onafhankelijke organisatie dus. Een tekenend voorbeeld van een internationale ontwikkeling waarbij het beleid is, 'de vijand van mijn vijand is mijn vriend'. In China moet je de onafhankelijke vakbondsmensen steunen. Die zijn er. Al zitten ze soms in de gevangenis. Ik vind het teleurstellend en zorgwekkend om bij sommige vakbondsorganisaties uit ontwikkelingslanden vanuit een anti-amerikaanse houding een dergelijke kritiekloosheid te zien ten opzichte van autoritaire regimes in China, Iran en Cuba.
Déjà vu
Met hem vertrekt een enorme schat aan internationale kennis en ervaring. Gerrit Pruim is iemand die niet met alle winden meewaait. Die zijn mening niet onder stoelen of banken steekt. Ook al is hem dat niet steeds in dank afgenomen. Zijn lange ervaring riep bij hemzelf de laatste jaren regelmatig 'déjà vu' reacties op. Een gevoel van voorspelbaarheid en van alles al een keer gezien te hebben. Desondanks bleef hij gaarne bereid collega's die hem raadpleegden over internationale zaken, te adviseren met zijn kennis en ervaring.
Nederland ontdekken
Gerrit Pruim sluit zijn internationale CNV carrière af. 'Ik heb veel van de wereld gezien. Nu is het tijd om Nederland te ontdekken.' Hij gaat zich nu vooral bezighouden met zijn bij uitstek Hollandse passie: fietsen.
Opgetekend in 2006