DonerenNieuwsbrief
HomeActueelNieuws

Inspirerende Afrikaanse campagnes tegen geweld op het werk

De campagnes van de partnervakbonden van CNV Internationaal in Benin en Senegal maakten grote indruk op de Engelse genderexpert Jane Pillinger. Zij besloot om deze als inspiratiebron voor andere vakbonden op te nemen in haar boek dat binnenkort verschijnt. 

 

De campagnes richten zich op de ratificatie van ILO Conventie 190. Dit wereldwijde verdrag is in 2019 aangenomen door de Internationale Arbeidsorganisatie ILO. Doel van deze conventie is om gendergerelateerd geweld en intimidatie op het werk te voorkomen en te stoppen.

Jane Pillinger schrijft het boek samen met Robin Runge en Chidi King. Het verschijnt onder de titel: 'The global campaign to outlaw gender-based violence and harassment at work'.

Over Jane Pillinger

Jane Pillinger is een internationaal expert op het gebied van gendergelijkheid en gendergerelateerd geweld op het werk. We waarderen het zeer dat we het hoofdstuk uit haar boek over de campagnes van COSI Benin en UDTS Senegal hierna mogen publiceren.

Campagne voor de goedkeuring en ratificatie van ILO-Verdrag 190 in Benin en Senegal

Begin 2020 verschijnt het boek "The global campaign to outlaw gender-based violence and harassment at work", geschreven door Jane Pillinger, Robin Runge en Chidi King.

In het boek wordt het verhaal verteld van twee belangrijke en succesvolle campagnes gericht op ratificatie van ILO-verdrag C190 in Benin en Senegal. Deze werden opgezet door onze partnersorganisaties COSI-Benin en UDTS-Senegal, met ondersteuning vanuit het programma van CNV Internationaal.

Het belang van het vakbondsleiderschap van vrouwen komt aan de orde, maar ook de betrokkenheid van mannen bij vakbonden. Daarnaast komt naar voren hoe door alliantievorming het bewustzijn over de problemen vergroot is. Er is ruimte gecreëerd voor vrouwen om over gendergerelateerd geweld te praten.

In Benin werkte de vakbond aan sensibilisering van journalisten en mediaorganisaties om het bewustzijn over gender gerelateerd geweld en intimidatie te vergroten en om bij te dragen aan meer en betere verslaggeving in de media hierover.

 

Vakbondsleiders uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika samen met Nicole Mathot (l) van CNV Internationaal in overleg tijdens de internationale conferentie van de ILO conventie 190 werd aangenomen in 2019

Zodra de vakbondsdelegatie in 2019 terugkeerde van de ILC (de Internationale Arbeidsconferentie van de ILO die Verdrag 190 tegen geweld en intimidatie op het werk heeft aangenomen, red.), werden er bijeenkomsten georganiseerd door een alliantie van vrouwelijke leiders van de vrouwencomités van de vakbondscentra, om belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld, de werkgevers en de regering te mobiliseren

Doel was ervoor te zorgen dat het ratificatieproces werd opgenomen in het jaarlijkse werkplan van de regering voor 2021 (AWP). Intensief lobbyen bij de regering heeft vruchten afgeworpen:  De regering heeft het verdrag inderdaad opgenomen in het AWP 2021 van het Directoraat arbeidsnormen.

De betrokkenheid van COSI bij dit proces, met name het luisterend oor en de ondersteunende diensten van de vakbond voor slachtoffers van geweld tegen vrouwen, werd toegejuicht door de minister van Sociale Zaken en plaatselijke afdelingen in Beninese gemeenten. 

De bewustmakingsacties van vakbond COSI waren gericht op het verkrijgen van een zo groot mogelijke nationale zichtbaarheid, bijvoorbeeld via een televisieshow en paneldiscussies op televisie. 

COSI voerde een actieve lobby bij de regering en de overheid, met name via de directeur arbeidsnormen en de directeur gezins- en nationale solidariteit; en daarnaast ook bij werkgeversorganisaties.

Gendergerelateerd geweld in Benin

Uit onderzoek van het ministerie van Gezin en Nationale Solidariteit (2009) blijkt dat maar liefst 70% van de vrouwen en meisjes in Benin te maken heeft gehad met een of andere vorm van gendergerelateerd geweld. 

Onderzoek toont aan dat dit geweld wordt versterkt door de diepgewortelde patriarchale cultuur en de lage status van vrouwen. 

 

#MeToo in Benin

In de zomer van 2020 kwam in Benin een #MeToo-zaak aan het licht van Angéla Kpeidja een bekende tv-journaliste (zie ook de video). Doordat zij haar verhaal naar buiten bracht kwam in Benin een brede discussie op gang over de manier van omgaan met vrouwen op het werk. Daarop bracht de nationale vrouwencommissie CONAF een verklaring uit waarin de regering werd opgeroepen ILO-conventie 190 te ratificeren. 

In samenwerking met CNV Internationaal besloot COSI een video te maken over de ervaringen van vrouwen en de strijd om GBV op het werk uit te bannen en het belang van de wereldwijde ratificatie van C190. 

3 vrouwen uit Benin vertellen over hun strijd tegen seksuele intimidatie en geweld op het werk. Een van hen is Angéla Kpeidja. 

 

Bewustwordingsprogramma COSI

 

In september 2020 heeft Ayicha Amoussa Massadimi, voorzitter van CONAF, de vrouwencommissie van COSI, een programma gelanceerd om vrouwen bewust te maken van hun recht om te werken zonder geweld en pesterijen.

"...veel vrouwen hebben te maken gehad met de slechte zaken die die dit verdrag voorkomt en bestraft. In alle gevallen hebben de bewustmakingssessies geholpen om het bespreekbaar te maken. Voor de deelnemers is praten over deze misstanden niet langer een taboe."

Ayicha Amoussa Massadimi, in het dagelijks leven verloskundige van beroep en voorzitster van CONAF, de vrouwencommissie van vakbond COSI-Benin 

Orange the World

De vakbond COSI nam dit in het najaar van 2020 mee in de activiteiten in het kader van de jaarlijkse Orange the World campagne, de zestien "Days of Activism" (de periode van 25 november, de internationale dag voor de uitbanning van geweld tegen vrouwen, tot en met 10 december, de internationale dag van de mensenrechten, red.) 

De publiciteit over de telefonische hulplijn van de vakbond diende als platform voor de bekrachtiging van C190 in Benin. In het hele land zijn televisie- en radio-uitzendingen en workshops voor vrouwelijke werknemers georganiseerd om het stilzwijgen rond gendergerelateerd geweld te doorbreken. Voor het eerst hebben vrouwen zich binnen de vakbond uitgesproken over hun ervaringen,

Campagne van vakbond COSI-Bénin en de rol van de media

In Benin is er een hoog percentage van geweld tegen vrouwen. COSI, de confederatie van onafhankelijke vakbondsorganisaties van Benin, heeft de ratificatiecampagne opgezet vanuit haar sterke betrokkenheid bij de gelijkheid van mannen en vrouwen.  De leiders van de vakbond zetten zich er intensief in hiervoor. Daarom is het niet verwonderlijk dat het verdrag een belangrijk instrument is geworden voor de inzet, werving en organisatie van de vakbonden in Benin. 

De vakbeweging trekt steeds meer vrouwen door het organiseren van werknemers uit de informele economie. Vrouwen versterken hun positie binnen de vakbeweging. 

Helpdesk COSI Benin

Marilyne Sourou (midden), medewerker van de helpdesk van COSI (de CAPJ Centre d'Ecoute et d'Assistance Juridique, in gesprek met jongeren over pesterijen en geweld op het werk (foto COSI-Benin)

Een vakbondslid die contact heeft opgenomen met de hulplijn van COSI-Benin:

Ik woonde een tijdje alleen omdat mijn man in Europa werkte. Mijn baas wist dat en zette me onder druk, waarbij hij me soms zelfs aanraakte. Ik heb me verzet, maar de druk was zo groot dat ik uiteindelijk mijn baan heb opgezegd. Nu ben ik actief voor een organisatie die mensen helpt die te maken hebben met geweld op de werkplek.

Gender-audit 

Bij wijze van proefproject heeft CNV Internationaal (Nederland) een participatief instrument voor genderzelfbeoordeling gefinancierd (de zogeheten "genderaudit"), dat in het najaar van 2020 door COSI Benin is uitgevoerd. Deze audit was enerzijds gericht op het beëindigen van GBV en anderzijds op het initiëren van een campagne voor de bekrachtiging en uitvoering van ILO-verdrag 190.

De campagne beantwoordde aan een dringende behoefte om de sociale normen en de houding ten opzichte van vrouwen te veranderen, de wetgeving te verbeteren en mensen bewust te maken van macht en controle, met inbegrip van psychologisch geweld en pesterijen.

Als vurig pleitbezorger van gendergelijkheid en empowerment van vrouwen benadrukte Calixte Adiyeton, programmamedewerker van COSI-Benin, dat GBV op de werkplek nauw samenhangt met het bestaan van aanzienlijke structurele genderongelijkheden en ongelijke machtsverhoudingen:

 

..geweld en pesterijen zijn een sociale plaag waarvan de oorzaken wortelen in de cultuur van verschillende regio's van Benin. 

Vrouwen wordt het zwijgen opgelegd door bedreigingen, beledigingen, intimidatie, hekserij, onmenselijke en vernederende weduwschapsrituelen. Er zijn heel diverse vormen. De sociaal-economische impact is groot.

Verbaal en psychologisch geweld is een aanslag op de persoonlijkheid van vrouwen en kinderen (vooral meisjes), op hun imago, hun gevoel van eigenwaarde en hun innerlijk evenwicht. 

 

Calixte Adiyeton, programmamedewerker vakbond COSI-Benin

Workshop voor journalisten

 

Door gebruik te maken van de aandacht van de media voor seksuele intimidatie heeft COSI zich ingezet voor een bredere bewustwording. COSI organiseerde een workshop voor journalisten op 2 oktober 2020, om te zorgen dat journalisten de wet en de wijdverbreide cultuur van het beschuldigen van vrouwelijke slachtoffers beter te begrijpen en er betere artikelen over te schrijven.

Het doel was te zorgen voor verslaglegging die daar rekening mee houdt en ook om de media in te zetten als instrument om een eind te maken aan het geweld tegen vrouwen. Zoals Calixte Adiyeton van COSI-Benin opmerkt, zijn media-actoren belangrijke partners in de campagne om een einde te maken aan seksuele uitbuiting.

De rol van de media is van cruciaal belang bij het effenen van de weg voor de campagne over ILO-conventie 190: "Vandaag de dag kunnen we geen standpunt innemen over een zo belangrijk en gevoelig onderwerp als de strijd tegen seksuele uitbuiting zonder de media erbij te betrekken. We hopen dat ze ons goed zullen steunen ." (Internationale Vakbondsorganisatie ITUC-Afrika 2020)

Zoals Calixte Adiyeton zegt, is de ratificatie van ILO-conventie 190 niet alleen bedoeld om de wet te verbeteren. Het verdrag heeft er ook toe bijgedragen dat vrouwen worden gehoord en in staat worden gesteld om geweld en intimidatie aan de kaak te stellen. Dat blijkt ook uit de getuigenis van een vakbondslid en overlevende van gendergerelateerd geweld die contact opnam met de hotline van COSI-Benin. Haar ervaring met pesterijen op het werk heeft haar geholpen om een standpunt in te nemen en bij te dragen tot verandering:

lobby for ratification and implementation of ILO convention 190 against violence and harrassment in the world of work

Vakbondsvrouwen vragen aandacht voor lobbycampagnes voor rafiticatie en implementatie van ILO conventie 190 tijdens het congres van de internationale vakbond ITUC-Africa in november 2019 (Ayicha Ammoussa van vakbond COSI Benin, 2e van rechts.) 

Discussieforum zorgverleners

Eind 2020 heeft COSI een WhatsApp-groep over gendergerelateerd geweld gelanceerd, onder de naam "On en Parle". De groep dient als bewustmakings- en discussieforum voor zorgverleners, artsen, psychologen, vertrouwenspersonen, juridische adviseurs en vakbondsmedewerkers.

Aan de hand van echte gevallen uit de krant en andere media faciliteert Marilyne Sourou, die bij de helpdesk voor vrouwen van vakbond COSI werkt, de discussie. Zorgvuldig doorbreekt zij taboes en geeft uitleg over het wettelijk kader aan de deelnemers.

Sextortion

Bovendien heerst in Benin, net als in andere landen in de West-Afrika, een wijdverbreide cultuur van seksisme en "sextortion", wat neerkomt op het afpersen van seksuele gunsten in ruil voor werk, goederen of diensten. Ratificatie van de C190 zou een eerste stap kunnen zijn om dit serieus aan te pakken (Mathot 2019, Land Portal/Transparency International 2019).  

 

Campagne voor ratificatie geleid door een coalitie van vrouwelijke leiders in Senegal

Stigmatisering en taboes

De vakbonden in Senegal hebben een actieve rol gespeeld in de campagne voor de ratificatie van het verdrag C190 door de regering van hun land. De ratificatie is een belangrijke prioriteit voor de vakbonden. Het ontbreekt in Senegal aan wettelijke bepalingen die gendergerelateerd geweld en intimidatie (GBVH, Genderbased Violence and Harassment) verbieden. Stigmatisering en taboes rond het melden van geweld tegen vrouwen verergeren de problemen.

Mariama Diallo, leider van de Senegalese nationale vakbond UDTS

Vakbond UDTS heeft een sleutelrol gespeeld bij de bewustmaking, de belangenbehartiging en de onderhandelingen voor de goedkeuring van dit ILO Verdrag  C190.

De algemeen secretaris van de UDTS, Mariama Diallo, is een van de schaarse vrouwelijke vakbondsleiders in Afrika.

Netwerk van vrouwenorganisaties

De vakbondscampagne voor ratificatie begon in juli 2019, onmiddellijk na de goedkeuring van C190. De regering van Senegal stemde voor de goedkeuring van de C190. Maar het ontbreken aan vooruitgang in de richting van ratificatie maakte de vakbondscampagne urgenter. Vrouwelijke leiders van vijf vakcentrales (CNTS, CNTS-FC, CSA, UNSAS en UDTS) vormden een coalitie binnen het Nationale Netwerk van vrouwenorganisaties binnen de Senegalese vakbonden.

De campagne werd gecoördineerd door een platform dat bewustmakingsbijeenkomsten op de werkplek en op bedrijfsniveau organiseerde en dat ook de lobby richting de regering organiseerde.

Vrouwelijke vakbondsleiders onder wie Mariama Diallo, algemeen secretaris van vakbond UDTS (partnervakbond van CNV Internationdaal, red.), Cheikh Diop, algemeen secretaris van de CNTS-FC en Khady Badji, voorzitter van de nationale vrouwencommissie van de UDTS, spraken zich eensgezind uit om C190 te promoten als instrument voor gendergelijkheid, sociale rechtvaardigheid en het respecteren van de fundamentele rechten op het werk.

 

In een interview sprak Moussa Diop, coördinator binnen vakbond UDTS voor het programma CNV Internationaal, over het belang van C190 voor Senegal:

“De ratificatie van C190 zal Senegal een historische kans bieden om resoluut de strijd aan te binden met geweld en pesterijen op het werk. De uitvoering ervan kan de cultuur van straffeloosheid helpen veranderen en nieuwe garanties bieden voor de veiligheid en waardigheid van werknemers, ongeacht wie zij zijn of waar zij werken... “

De ratificatie van C190 biedt een wettelijk kader dat een juridische tekortkomingen opvult. Voor het eerst wordt het mogelijk om gendergerelateerd geweld en intimidatie op het werk aan de kaak te stellen en te bestraffen als schendingen van de mensenrechten.

Vakbond UDTS heeft een sleutelrol gespeeld bij de bewustmaking, de belangenbehartiging en de onderhandelingen voor de goedkeuring van dit ILO Verdrag  C190.

Sinds het Verdrag werd aangenomen in juni 2019 heeft de UDTS een actieve rol gespeeld in de lobby- en pleitbezorgingscampagne voor de ratificatie door de regering van Senegal.

Bij de uitvoering van haar acties werkte de UDTS samen met diverse vakbonden, maatschappelijke organisaties en werkgevers. De UDTS kan vertrouwen op haar solide ervaring op het gebied van de bevordering van gendergelijkheid. De algemeen secretaris van de UDTS, Mariama Diallo, is een van de schaarse vrouwelijkevakbondsleiders in Afrika.

Strategische alliantie

De Senegalese vakbond UDTS heeft zich op nationaal en internationaal niveau onderscheiden door het opzetten van een belangrijke campagne ter versterking van een constructieve en inclusieve dialoog. De campagne omvatte ook een genderdimensie gericht op het bevorderen van gelijke rechten en lonen en versterking van de positie van vrouwen op het werk.

De UDTS heeft daardoor een leidende rol ingenomen in de samenwerking tussen vakbonden in Senegal. De UDTS werkt vanuit een strategische alliantie met CNV Internationaal, de Internationale Arbeidsorganisatie ILO, de internationale vakbondsorganisatie ITUC-Africa en het nationale vakbondsnetwerk van vrouwenorganisaties in Senegal.

Dit vakbondsnetwerk voert lobby-acties uit die gericht zijn op besluitvormers bij de ratificatie van ILO-conventie 190. Dit vrouwennetwerk werd geformaliseerd onder de leiding van de UDTS en bestaat uit vrouwelijke leiders binnen verschillende vakbondsorganisaties: UDTS, CSA, CNTS, UNSAS en CNTS-FC, die allen aangesloten zijn bij de internationale vakbondsorganisatie ITUC (International Trade Union Confederation).

Het vakbondsnetwerk heeft een mandaat om verschillende doelstellingen te realiseren. Dit betreft het verhogen van de organisatiegraad van vrouwen, het aanpakken van het probleem van de gelijkheid van mannen en vrouwen en het bestrijden van geweld tegen vrouwen op de werkplek.

Als onderdeel van de campagne om de regering te bewegen ILO-conventie 190 vóór 31 december 2021 te ratificeren, is een indrukwekkende reeks campagne-evenementen gehouden, gericht op bewustmaking, het opbouwen van een gecoördineerde campagneboodschap en -instrumenten, en het lobbyen bij de regering.

Op scholen

De campagne is ook op scholen gevoerd via het nationaal comité van vrouwelijke leraren voor de bevordering van het onderwijs aan meisjes CNEPSCOFI.

Regeringssteun

Er zijn lobby- en pleitbezorgingsbijeenkomsten gehouden met de betrokken ministers van de regering. Tijdens een vergadering in december 2020 gaf de regering haar volledige steun aan het Nationaal Netwerk van vrouwelijke vakbonden van Senegal voor een snelle ratificatie van C190, waarbij werd aangegeven dat het verdrag ter ratificatie aan de autoriteiten was voorgelegd.
In het algemeen zijn de vakbonden in Senegal van mening dat de campagne zeer positieve resultaten heeft opgeleverd.

CAO's

De succesvolle lobby voor ratificatie heeft inmiddels al effect op de werkingssfeer. Het kader en de taal van C190 worden reeds overgenomen in collectieve overeenkomsten (zie hieronder). In de eerste overeenkomst op nationaal niveau is het kader van C190 overgenomen, namelijk in de CAO die is opgesteld door de Coalitie van Senegalese Vakbondsfederaties. 

Campagne in Senegal werkt door in nieuwe overeenkomsten

Onmiddellijk na de goedkeuring in juni 2019 van de ILO conventie 190 startte de Coalitie van Senegalese Vakbondsfederaties, aangesloten bij het ITUC, een periode van intensieve lobby- en advocacyactiviteiten uit bij de Senegalese regering en werkgeversorganisaties.

De vakbondscoalitie heeft erop aangedrongen om gendergerelateerd geweld en de strijd tegen geweld en intimidatie op de werkplek op te nemen in de discussie over de toenmalige onderhandelingen voor de Nationale Interprofessionele Collectieve Overeenkomst (CCNI).

Het lobbywerk van de vakbonden heeft resultaat gehad. In deze overeenkomst zijn artikelen  opgenomen over vakbondsrechten en vrijheid van vereniging (artikel 10), non-discriminatie (artikel 19), gelijke behandeling van vrouwen en mannen (artikel 20), en over geweld en pesterijen (artikel 21) in overeenstemming met C190.

Tijdens de onderhandelingen heeft een van de vakbondsonderhandelaars, Cheikh DIOP, van CNTS-FC, er bij Senegal op aangedrongen "in de nieuwe nationale interprofessionele collectieve arbeidsovereenkomst rekening te houden met de richtlijnen van de het C190 verdrag, om werknemers nieuwe perspectieven te bieden, met name op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de eerbiediging van de grondrechten".

Met name artikel 21 is gebaseerd op de taal van C190 door te stellen dat werknemers recht hebben op een wereld zonder geweld en intimidatie. De overeenkomst roept op tot een inclusieve, geïntegreerde en gender-responsieve aanpak van geweld en intimidatie:

OVEREENKOMST IN SENEGAL GEBASEERD OP ILO-VERDRAG C190

De ondertekenende partijen van dit Verdrag verbinden zich ertoe het recht van eenieder op een werkomgeving zonder geweld en intimidatie te bevorderen en te verwezenlijken door een alomvattende, geïntegreerde aanpak. Daarbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen van fatsoenlijk werk, en het respecteren van de uitgangspunten en de fundamentele rechten op het werk en genderoverwegingen, om alle vormen van geweld en intimidatie op het werk te voorkomen en uit te bannen. (Artikel 21) (CNES, CNTS, UNSAS, CSA, CNT/FC 2019

Dit was een van de eerste nationale onderhandelingsresultaten. Het is uitdrukkelijk vastgelegd dat de belangrijkste beginselen van C190, en met name het recht op een arbeidswereld zonder geweld en intimidatie, van toepassing zijn. Nu komt het aan op de uitvoering.

Vervolgstappen in Benin en Senegal

Om te zorgen dat ILO-conventie 190 in beide landen daadwerkelijk wordt geratificeerd zijn vervolgstappen belangrijk. Het momentum en de kracht van de vakbeweging moeten worden aangegrepen om te zorgen dat de campagne voor C190 deel gaat uitmaken van een bredere beweging om een einde te maken aan gender-gerelateerd geweld. Een belangrijk onderdeel hiervan is dat vrouwen een sterke positie hebben op de werkplek en in hun vakbonden.

Participatieve Gender Audit

Het is belangrijk dat vakbonden de daad bij het woord voegen en het goede voorbeeld geven. Met het oog hierop zijn zowel COSI-Benin als UDTS-Senegal betrokken bij het testen van de "gender audit" van CNV Internationaal. Dit is een participatief instrument voor zelfevaluatie dat de vakbonden kunnen inzetten om de vooruitgang naar gendergelijkheid in hun intern en extern beleid te meten.

Publicaties van CNV Internationaal over de aanpak van gendergelateerd geweld en intimidatie

Laatste update van dit bericht 29 augustus 2022

Publicatiedatum 31 08 2021