DonerenNieuwsbrief
HomeActueelNieuws

‘Minister en werkgevers: steun internationaal verdrag tegen geweld en intimidatie op het werk’

CNV voorzitter Arend van Wijngaarden heeft samen met Mondiaal FNV de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en werkgevers opgeroepen het ILO verdrag tegen geweld op de werkvloer te steunen. Dat deden ze met een ingezonden brief in Dagblad Trouw op 10 april:

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Steun internationaal verdrag tegen geweld en intimidatie op het werk

TUUR ELZINGA / AREND VAN WIJNGAARDEN
Verontrustend nieuws op de voorpagina van Trouw (9 april): premier Rutte ontving in Vietnam een nieuw onderzoek van Fair Wear Foundation. Daaruit blijkt dat bijna de helft van de textielarbeidsters in Vietnam heeft te maken met geweld op de werkvloer, zoals seksuele intimidatie of stokslagen. De Nederlandse overheid laat op dit moment de belangrijkste kans op mondiale verbetering liggen.

Geweld en intimidatie op de werkvloer zijn helaas gemeengoed, ook in Nederland. Hulpverleners worden aangevallen als zij ter plaatse komen, horecapersoneel wordt betast, maatschappelijk werkers worden geïntimideerd door hun cliënten. Van die laatste groep heeft 54 procent te maken met intimidatie op het werk, volgens een recent onderzoek van het CBS. Wereldwijd is de situatie vaak erger dan in Nederland. Zo heeft bijvoorbeeld 35 procent van alle vrouwen boven de vijftien jaar weleens te maken met seksueel geweld.

Misstanden
Veel landen hebben nog geen effectief beleid tegen geweld en intimidatie op de werkvloer, laat staan beleid dat vrouwen en meisjes beschermt. In Nederland is er weliswaar al beleid om dit soort misstanden te voorkomen, maar dit werkt onvoldoende of is onbekend. Zo is maar twintig procent van de werknemers op de hoogte van het beleid in hun bedrijf.

De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) neemt in juni dit jaar een besluit over een verdrag tegen geweld en intimidatie op het werk. Dat blijkt dus hard nodig. Deze VN-organisatie viert dit jaar zijn honderdjarig bestaan. De ILO is verantwoordelijk voor alle belangrijke normen en regelgeving op het gebied van werk voor VN-landen, zoals het verbieden van moderne slavernij. Werknemers, werkgevers en overheden laten daar hun stem horen en touwtrekken (soms gedurende lange tijd) over de precieze inhoud van dit soort verdragen. Maar als er eenmaal een nieuwe conventie is, dan heb je ook wat. Een nieuwe wereldwijde norm, internationale regelgeving. En heel belangrijk: er wordt meestal een taboe mee doorbroken.

En dat is op dit vlak heel hard nodig, vinden niet alleen wij, maar ook de partners waarmee wij werken in lage- en middeninkomenslanden. Bovendien heeft minister Kaag van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking het uitbannen van geweld tegen vrouwen en meisjes tot een van de speerpunten van haar buitenlandbeleid gemaakt. Mondiaal FNV en CNV Internationaal werken met lokale vakbonden aan betere arbeidsomstandigheden ter plekke. In de kledingindustrie doen we dat samen met Fair Wear Foundation, vandaar dat wij ook deze week met premier Rutte in Vietnam zijn.

Onze partners in Vietnam spannen zich in - net als die in andere landen - om hun overheid te overtuigen deze conventie te steunen. Het merendeel van de EU-landen gaat dat ook echt doen. Maar hoe zit dat met Nederland?

Niet overtuigd
Mondiaal FNV en CNV Internationaal vinden dat dit verdrag de openlijke en uitgesproken steun van de Nederlandse overheid en werkgevers verdient. Maar minister Koolmees van sociale zaken en werkgelegenheid en werkgeversvereniging VNO-NCW lijken nog niet overtuigd van de noodzaak hiervan.

Deze opstelling van de Nederlandse overheid valt niet te rijmen met het beleid van minister Kaag, waar dit een belangrijk speerpunt is. Een land dat prat gaat op internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, gelijke kansen en bescherming van kwetsbare groepen, hoort dit verdrag gewoon te steunen - het is de meest effectieve manier om wereldwijd een verschil te maken.


Publicatiedatum 10 04 2019